Dat de ggz vooral gaat werken met mensen met ingewikkelde psychische problemen lijkt mij een goede ontwikkeling. Ik heb het zelf als heel positief ervaren dat alle disciplines in een gebouw zaten. Maar ik snap ook dat deze tijd en het steeds duidelijker zichtbaar worden van het zorginfarct, dat zijn tentakels in alle geledingen van de samenleving heeft, om actie en een andere aanpak vraagt.



Vanuit mijn eigen ervaringsjaren met therapie (zowel in een groep als individueel), professionele begeleiding en het stellen van een diagnose vanuit de ggz, kan ik zeggen dat die levensveranderend voor mij zijn geweest. Daardoor kan ik nu leven in plaats van overleven. De therapie, de diagnoses en de medicatie hebben mij een kans op een waardevol bestaan gegeven. Een kans die ik met beide handen gretig aangepakt heb. De zorg en begeleiding die ik ontvangen heb waren professioneel, liefdevol, steunend, praktisch en doelgericht. Ik voelde mij gedragen. Ik heb hierdoor zoveel geleerd en afgeleerd. Zoveel inzicht opgedaan en daardoor uitzicht gekregen.



Dit was en is nog steeds een immens cadeau dat niet in woorden te vatten is. Ik ben hiervoor intens dankbaar. Ik ben gehoord, gezien en met open armen ontvangen. Een warm bad waarin ik mezelf mocht en kon zijn. Gecombineerd met structuur en regels, hetgeen onontbeerlijk is omdat op die manier duidelijk wordt dat therapie niet vrijblijvend is. Dat herstel stopt als je er met de pet naar gooit. Je wordt verantwoordelijk gemaakt voor je gedrag en je keuzes. En terecht.



Ik ben een groot ambassadeur van de ggz. Ik ga ook mijn ervaringsdeskundigheid weer inzetten. Ik zie deze ervaringsdeskundigheid als geheime kennis. Kennis die mij sterk maakt en kracht geeft. Iets dat ik eigenlijk moet delen met mensen. Trots op moet zijn. Maar dan moet je de stigmatisering voorbij en dat is niet eenvoudig.



Ik pleit ervoor om de poortwachtersfunctie van de ggz aan te scherpen en goed te kijken naar wat mensen nodig hebben. En ze daarna gericht door te verwijzen. In mijn optiek gebeurt het nu vaak dat mensen die “niet zwaar genoeg zijn voor de ggz” daar toch terecht komen en soms onterecht labels krijgen. Daarom moet er mijns inziens een professioneel oog zijn voor de traumaervaringen van mensen. Onverwerkt verlies. Onverwerkt gestapeld verlies. In coronatijd hebben mensen (ook veel jongeren) veel ervaring opgedaan met eenzaamheid, depressie, het gevoel buiten de samenleving te staan etc. Dit kan gepaard gaan met de fopspeen, het zogenaamde coping gedrag. Dat ook anders is voor iedereen. Gedrag dat moeilijk los te laten is. Het is belangrijk dat er naar verlies wordt gekeken als normaal en niet als pathologisch. Dat het geen label krijgt, maar gezien wordt als levensstress. Dat het verschil gemaakt wordt tussen normale rouw en gecompliceerde rouw en de impact die dat heeft op een mens. Als je op die manier de complexiteit omarmt en kijkt naar wat mensen nodig hebben, kan het simpel worden gemaakt. 



En zo ga je alle ‘kamers’ langs in de mens. En wordt een mens weer compleet. En wordt verlies geïntegreerd. Dan zijn mensen geen slachtoffer meer en kunnen ze het leven weer oppakken. Dat ontlast de ggz en haar professionals voor een groot deel. En is er meer ruimte voor de mensen die de begeleiding van de ggz-professionals zo hard nodig hebben. En dat zijn er gezien de stand van zaken in de huidige samenleving steeds meer.



Combineer dit absoluut met oog voor de behoeften en een hart voor de professionals. Zorg voor ze als ze te hard werken om goed op de zorg voor zichzelf te letten. Koester en draag ook hen. Want zij zijn het cement onder de hele organisatie. Zij zijn de onmisbaren. Zonder hen zou de ggz een leeg omhulsel zijn.



- Sandra, ervaringsdeskundige

Wat denk jij?

Deel jouw mening, jouw kijk, jouw unieke standpunt.

Upload hier jouw verhaal