Als manager van de Poliklinieken Jongvolwassenen zie ik een groeiend aantal jongvolwassenen en jeugdigen (de jongvolwassenen van morgen) met psychische problemen die hulp nodig hebben. Tevens constateer ik dat de ernst van de problemen is toegenomen. Dit leidt tot verdere vergroting van al bestaande knelpunten in hulp aan jongvolwassenen met psychische problemen. De recente coronacrisis, de ervaren oorlogsdreiging, de milieucrisis en grote rampen, zoals de aardbeving in Turkije en Syrië, beïnvloeden en versterken dit. Dit alles heeft een enorme impact op jeugdigen in onze samenleving. Kinderen van nu zien beelden via (social) media voorbij komen en worden op hun jonge leeftijd geconfronteerd met problemen die ons, als oudere generatie, tijdens ons jonge leven bespaard zijn gebleven.
We kampen als organisatie en polikliniek met onvoldoende personeel en geld om aan de complexe hulpvragen te kunnen voldoen. De wachtlijsten worden steeds langer. De afstemming en samenwerking op regionaal niveau is daarnaast onvoldoende. De vastgestelde problemen zijn complex en vragen om een gezamenlijke aanpak. Het is belangrijk dat partijen hierin met elkaar samenwerken. GGZ inGeest heeft de kennis en kunde in huis om regievoerder en initiatiefnemer te zijn.
Naast bovengenoemde problemen in de hulp voor jongvolwassenen die om een acute oplossing vragen, zijn er ook problemen die vragen om een structurele bovenregionale aanpak. Er is een groeiende groep jongvolwassenen waarover binnen de poliklinieken grote zorgen zijn. Deze jongeren zaten voor bovengenoemde crisissen al niet goed in hun vel. Hun mentale problemen zijn zo toegenomen dat zij dringend hulp nodig hebben. Aanvankelijk lichte problematiek lijkt zich verergeren. Dit lijkt steeds meer realiteit te worden.
Met andere woorden: de acute vraag naar hulp bij ernstige problemen is groot. Er is sprake van een toename in aantal en ernst van complexe en chronische problematiek bij jongeren. Dit gaat dan bijvoorbeeld over suïcidaliteit, verslaving, gedragsproblematiek, eetstoornissen en zelfbeschadiging. GGZingeest zal niet al deze jongvolwassen kunnen opvangen en doorstroming naar de juiste hulp loopt vast.
In de verschillende regio’s waar GGZ inGeest haar zorg verleend zijn vraag en aanbod uit balans geraakt. De afstemming en samenwerking op regionaal niveau is daarbij onvoldoende. Er is bijvoorbeeld onvoldoende zicht op de (boven)regionale vraag, de beschikbare hulp en de verdeling van budget. Hierdoor kunnen jeugdigen en jongvolwassenen onvoldoende van de ene naar de andere plek in de zorg doorstromen. Maar ook voordat jongvolwassenen zich melden bij de ggz zijn zorgpartners nodig die als eerste opvang de toestroom kunnen beperken.
Ik zie GGZ inGeest in de toekomst als belangrijke regievoerder en initiatiefnemer in de aanpak van deze complexe problematiek. Met de deskundigheid die aanwezig is op de Poliklinieken Jongvolwassenen willen wij hier een belangrijke bijdrage in leveren. We zien ons daarbij dan als ambassadeur en marketeer van onze mooie organisatie.
- Jan, manager Poliklinieken Jongvolwassenen